Bij welke hulpvragen is de MatriXmethode toepasbaar?
Door het stellen van gerichte MatriXvragen verandert de persoon zelf de zintuigelijke beleving die de hulpvraag veroorzaakt. De methode is onderverdeeld in IQ en EQ:
- Cognitieve hulpvragen (IQ):
Met de methode wordt eigen, praktische en theoretische kennis opgenomen, verwerkt, onthouden en teruggevonden op de eigen manier. Met de MatriXmethode krijgt de hulpvrager “rust in het hoofd” en wordt “informatie handiger onthouden”. Denk aan basisinformatie van taal en rekenen op school, gerichte vakken van studie en overige kennis.
- Emotionele-hulpvragen (EQ):
Herinneringen en toekomstige verwachtingen worden als plaatjes onthouden en geïnterpreteerd door onze hersenen, onze emoties. Als enige hebben we daar zelf invloed op. Door te focussen op de specifieke momenten van situaties, worden deze momenten ontladen, geneutraliseerd en vervangen. Psychosomatische (pijn) klachten worden door de persoon zelf als metafoor beschreven, waardoor ze er grip op krijgen. Bijvoorbeeld als een steen in de maag.